zondag 15 februari 2009

Principes van de animatie (10-2-2009)



Je moet alles meenemen naar de beoordeling.

Productiefases
(hoe maak ik een animatie?)
- Idee of opdracht
- Het schrijven van een synopsis (dit is een korte beschrijving van wat je ongeveer zal laten zien). Het is belangrijk om een idee concreet te maken door het op te schrijven, zo ga je er anders naar kijken.
- Storyboard maken. (Montage en compositie) - bij animatie moet je de montage al verzonnen hebben, zodat je niet onnodig veel materiaal gaat maken dat je toch niet gebruikt.
-Modelsheets maken (ontwerp van de personages)- hierbij zijn de verhoudingen heel belangrijk, die moet je van te voren vaststellen.
-Geluid - Geluid is heel essentieel voor de animatie, deze draagt bij aan de sfeer.
- Artwork: Achtergronden/animatie/sets/tekeningen/poppen
- Opnames (zorgvuldig zijn, alles goed conroleren)
- Montage - bij animatie is dit eigenlijk gewoon shos achter elkaar zeten, want de eigenlijke montage zit al in het storyboard.
- Titels en postproductie

Storyboard
Een storyboard toont een verhaal in beelden. Er zijn twee soorten:
Presentatiestoryboard
- deze is voor het 'verkopen' van je werk
- Is gericht op de klant
- geeft een indruk van de film (laat niet beeld voor beeld zien wa er gebeurt)
- Deze is in kleur
Dit storyboard wordt gebruikt om opdrachtgevers te overtuigen, en niet strikt wat je gaat doen.

Werkstoryboard
- Inzicht in je werk (hoeveel shots, hoeveel achtergronden etc.)
- Voor je medewerkers en jezelf (moet dus wel duidelijk zijn voor anderen)
- Voor een goede planning
- Schetsmatig

Regels voor een werkstoryboard:
- Ieder shot in beeld. een shot is een ononderbroken opname.
- als het beeld verandert binnen één shot (bijvoorbeeld bij een pan of tilt) moet je dit tekenen in je storyboard
- Dramatische handelingen (handelingen die belangrijk zijn voor je film binnen één shot dienen ook apart getekend te worden)
- Hou de juiste beeldverhouding aan (4:3, 16:9, etc) Alle plaatjes in het storyboard zijn dus even groot en de kaders zijn hetzelfde
- Er is GEEN TEKST in beeld (uitleg schrijf je naast het kader)
- Een goed storyboard is LOSBLADIG (zodat je kan schuiven)
- Belangrijk om te tekenen zijn de vorm van de lichamen, de richting van de beweging, en de kijkrichting (teken dus een neus zodat je weet welke kant het personage opkijkt)
- Achtergrond (geef duidelijk het perspectief aan)
- Licht en donker, arceer in het storyboard om licht en donker (focuspunten) aan te geven

Wat is montage?

Film is de suggestie dat je naar de werkelijkheid kijkt (de visuele werkelijkheid). Cameravoering en montage bepalen de aandachtspunten van de kijker, ze geven dus aan waar de maker wil dat je blik naar uitgaat.

Montage is organisatie van ruimte en tijd binnen de film
Je ordent dus dingen op plaats en tijd.

Ordening in de ruimte- dit kan je doen door bijvoorbeeld iemand te filmen die ergens naar kijkt, en vervolgens hetgeen waarnaar hij/zij kijkt. Door handelingen aan elkaar te koppelen krijg je een lopend geheel.
Establishing shot- Afspraken over waar alles is. Je introduceert hiermee een ruimte, waarna je close-ups kan gebruiken, zodat de kijker weet waar alles is.

Tijd-
Door:
- continuïteit in shots
- Overgangen tussen shots en scenes
- Match action cutting- de beweging loopt door in het volgende shot
- Jump cutting - snel snijden

Overgangen tussen shots, scènes- benamingen
- Cut, Schnitt, harde overgang, hard cut
- Fade in, fade out, fade over, cross fade
- Wipe
- Parallel montage (twee dingen die op hetzelfde moment gebeuren, maar op een andere plek)
- Thematische montage (onderwerpen die met elkaar te maken hebben, bijvoorbeeld sfeerbeelden van een plek etc.)
- Flash back, Flash forward
- Split screen
- Establishing shot
- Insert (detail van iets in beeld tussendoor)
- Cut away ( een opvulshot tussendoor van iets wat eerder niet in beeld was, maar wel met het onderwerp te maken heeft)
- Two shot (twee mensen in beeld)
- Over shoulder (over de schouder van een personage, bijvoorbeeld bij een dialoog)
- Bird angle (van bovenaf- hoge horizon)
- Bug's view (kikvorsperspectief - lage horizon)
- Pan (horizontale beweging met de camera in het shot)
- Tilt (verticale beweging met de camera in het shot)
- Rijder
- Dolly in, Dolly out, tracking shot
- Zoom in, zoom out

SHOTBENAMINGEN





Montageritme

-Afwisseling van shots

-Camerabewegingen

-Handelingen in beeld

DO'S

Screen direction- bewegen en kijken, beweging en richting is belangrijk

Cue's - reden om te monteren en snijden, het moment waarop je snijdt

DONT'S

-springers
-over de as

Briefing voor de volgende les

Maak een storyboard volgens gegeven instructie, van onderstaand verhaal:

- Man komt thuis en ruikt sigaar
- Hij bevraagt zijn vrouw hierover, deze weet van niets
- Hij doorzoekt het huis, komt op het balkon en ziet zijn benedenbuurman op een balkon lager een sigaar roken
- Hij sommeert de man te stoppen, deze weigert
- Man stormt naar binnen, rukt de ijskast los
- Hij rent met de ijskast terug naar het balkon en gooit de ijskast op de benedenbuurman
- Beneden buurman sterft
- De man krijgt pijn in zijn borst en sterft zelf ook

Semiotiek les 1 (4-2-2009)

Melodrama en Film noir gaan we dit blok behandelen

Er zitten veel wetmatigheden in genres - deze slaan op narratieve verhalen en structuren. De bedoeling van een genrestudie is het extraheren van deze wetmatigheden en patronen.

Ook is de mise-en-scene erg belangrijk voor de genrefilm (hieraan kun je vaak zien met wat voor film je te maken hebt).

Er kunnen ook culturele varianten zijn in de genrefilm - de Amerikaanse film is vaak commercieler, de Europese cinema minder.

Verhalen worden vaak aangedreven door de verstoring van een rustsituatie. Deze rust wordt later vaak hersteld. Je kan vaak zien met wat voor genre je te maken hebt aan de hand van de manier waarop de rust wordt verstoord.

Western/Gangster/Detective
De verstoring gaat vaak gepaard met geweld (fysiek geweld) op gebied van de wet. Er ontstaat dan vaak chaos in de beschaving en de orde moet hersteld worden. De protagonisten zijn vaak handhavers van de wet (detectives, sherrifs, politie-agenten). Deze moeten de orde handhaven.

Horror
De verstoring van de rust ligt vaak bij een monster. Dit monster heeft een lichamelijk effect op de kijker (huiveren, angst, verbazing). Er is vaak ook fysiek geweld, alleen dan veroorzaak door het monster.
De spanning ligt vaak in de grens tussen mens en monster - dit kan worden bereikt door:
-de grens op te zoeken tussen mens en dier
-de grens opzoeken tussen mens en machine
-de grens opzoeken tussen mannelijk en vrouwelijk

Bij post-moderne horror wordt het monster vaak in de psyche van de mens gezocht. Er wordt gebruik gemaakt van onverklaarbare taferelen (bovennatuurlijke taferelen).


Musical en Melodrama
De verstoring van de rust ligt vaak in het verlangen (vaak in combinatie met liefde). Het verlangen kan een verstoring aanbrengen (bijvoorbeeld het kapotmaken van een familie o.i.d.)

Melodrama
Melodrama is een heel oud genre - het is terug te vinden in het theater, de Opera, literatuur.

Melodrama bloeide vooral op in de jaren '30 en '40 in de Hollywoodfilm. Dit kwam doordat Europese cineasten die beïnvloed waren door het theaer vluchtten naar Amerika vanwege de oorlog. Deze kwamen terecht in Hollywood.

In het genre Melodrama kan je sociale kritiek kwijt (in die tijd ook kritiek op de burgerlijke moraal) - dit was vaak kritiek op 'the American dream'.

Een voorbeeld hiervan is de film 'All that heaven allows'- dit gaat over een middelbare vrouw die een relatie wil met de tuinman, maar haar kinderen dwarsbomen dit.

In het Melodrama speelt de liefde vaak een rol. Dit kan liefde zijn tussen man-vrouw, man-man, moeder-kind (maternal drama), soms ook kind-dier.

Bodygenres - genres die een fysiek effect hebben op de kijker. Porno (opwinding), Komedie (lachen), Horror (angst)

Oorzaak/gevolg-logica- bijvoorbeeld bij:
De detective - hier ligt de nadruk op de oorzaak, die wordt van de kijker weerhouden en vaak aan het eind pas bekend gemaakt.
Melodrama- hierbij ligt de nadruk op het gevolg (hoe reageren de personages op bepaalde situaties?)

Principes van de animatie (3-2-2009)

Tex Avery - een beroemde animator met een hele eigen stijl


Wat is animatie?

Bij gewone film wordt de verandering in beweging real time afgespeeld, bij animatie niet. Officieel heb je voor 1 seconde film 24 beelden nodig, maar door de traagheid van het oog kun je ook werken met dubbels (12 beelden per seconde).

Animatie is mogelijk omda we zelf een deel van de beweging verzinnen tussen de overgang van het ene naar het andere beeld (het eerste beeld blijft nabranden op je netvlies, als daarna een tweede beeld volgt dat iets verschilt, maken de hersenen hier een overgang van).

Waar begin je?

Je begint met het maken van een kader.
Daarna zijn er 4 punten van belang:

Het pad- de beweging legt altijd een pad af, het is verstandig deze van te voren uit te denken
Tijd- Hoe lang duurt de beweging?
Dynamiek - Vertraagt/versnelt de beweging?
Vorm- Hoe verandert je onderwerp van vorm door de beweging?

Belangrijk is om bij het pad van de beweging het zwaartepunt van je onderwerp op het pad te plaatsen.

Animatiegeschiedenis les 1 (2-2-2009)

Volgorde van de behandelde onderwerpen:

Les 1- Ontstaan van de animatie
Les 2- Korte humoristische animaie
Les 3- Avant-garde en modernisme (abstracte animatie)
Les 4- Disney en de lange 'realistische' animatie
Les 5- Eelingen in vooroorlogs Europa
Les 6- De animatie-industrie in Nederland/ Reclamefilmpjes en de tweede wereldoorlog
Les 8- Tentamen

Het ontstaan van de animatie

19e eeuw - De industriële revolutie (dezelfde periode als het ontstaan van de 'gewone' film)
Er was groei in de bevolking, welvaar, er was modernisering van technieken, en behoefte aan vermaak.

Er onstond massacommunicatie, doordat veel meer mensen geschoold waren en konden lezen. Ook hadden ze meer vrije tijd - er kwamen dus kranten en tijdschriften.

De strip - De strip bestond al heel lang ( al vanaf de 15e eeuw - de 'protostrip'), maar de 'moderne strip' zoals we die kennen ontstond in de 19e eeuw. Deze had een hele andere sructuur dan de voorgaande strips.

Oude strips (vanaf 1500)- Per gebeurtenis was er één plaatje, de thema's waren religie, moraal en politiek.

De moderne srip- Ontstaan in de 19e eeuw, ze komen in kranten en tijdschriften (dit is nieuw, voorheen waren ze meestal op een soort van posters). Ze zijn grappig en bedoeld voor entertainment- veel karikaturen etc.

Frankrijk was erg belangrijk voor de ontwikkeling van de strip. Eind 19e eeuw was de strip al een gevestigd medium, van economisch belang voor de kranten. De film moest toen nog worden uitgevonden.

De relatie tussen strip en film

De strip is niet de voorloper van de animatiefilm - animatie is geen verfilmde strip en de strip is geen storyboard.

-Striptekenaars werden vaak animatoren.
-Succesvolle strips werden vaak omgezet tot animaties, omdat de figuren uit strips al bekend waren.

Twee gelijktijdige ontwikkelingen:
Grote interesse bij het publiek voor nieuwe uitvindingen en ontdekkingen.
Combinatie van wetenschap en vermaak, er ontstonden visuele speeltjes (beweging in beeld).
Je ervaart beweging doordat beelden elkaar snel opvolgen.

1895- Eerste filmvoorstelling gebroeders Lumière.
De directe oorsprong van de animatie is te vinden in de wereld van

- Veaudeville
- Flipbooks
- de strip

Veaudeville
Veaudeville was de televisie van die tijd. Er waren allemaal kleine optredens achter elkaar (dit was heel populair).

Sneltekenen/Lightning sketches of 'Chalk talk' voorstellingen
Iemand tekent heel snel dingen en maakt daar weer andere dingen van (dit was grappig vermaak).
Deze voorstellingen zijn de laaste stap vóór de animatie. Men ging de chalk talk acts verfilmen, in combinatie met een animatie die vanuit het getekende beeld ontstond.

Belangrijke namen binnen de animatie

James Stuart Blackton (USA)

- Dit was een sneltekenaar uit het Veaudeville theater. In 1906 maakt hij 'The humorous phases of funny faces'

In 1907 maakte hij 'the haunted hotel'
Deze was bijzonder omdat hij een goede marketing had, en hij maakte gebruik van 'frame by frame exposure' - dit was een nieuwe techniek

Emile Cohl (Frankrijk)

- Hij maakte de allereerste compleet getekende animatie - Fantasmagoria

Winsor McCay (USA)

- Hij maakte Little Nemo in 1911 - in Little Nemo zie je al 'the making of' doordat je de tekenaar aan het werk ziet. Ze laten zien dat het film is - deze zelfreflectiviteit en zelfbewustheid is kenmerkend voor de animatiefilm