maandag 17 november 2008

Filmgeschiedenis les 2

De vroege cinema -
Eerste jaren na 1896 - Eind 19e eeuw - entertainment boom (theater, strips etc. - alle vormen van vermaak bloeide op)

Film was in het begin vooral vermaak voor de lage klasse en middenklasse - Cinema of attractions. De Cinema of attractions ging vooral over het apparaat en de techniek, niet zo zeer het verhaal dat werd verteld met film als medium. Mensen waren zo onder de indruk van het bewegende beeld dat het als kermisattractie werd gebruikt.

Hale's tour - een treinwagon/treinsimulatie (echt een voorbeeld van film als kermisattractie)

Er is vaak geen verhaal, het draait alleen om de beelden. Het verhaal is ondergeschikt aan de techniek. Er zijn geen uitgewerkte personages. De film is heel exhibitionistisch (er is geen gesloten verhaalwereld, er word naar het publiek gericht actie ondernomen).
De vroege film is NIET gebaseerd op klassiek toneel (toneel was namelijk voor de hogere klasse en daarbij was er wel een verhaallijn en personages).

Je kon films toen bekijken in:
- varietetheater
- pretparken
- kermissen (tenten met films)

Wat werd er zoal vertoond?
- alledaagse onderwerpen
- nieuwsfeiten
- camera op een voertuig
- reisfilms (travelogue)

'Fictiefilms'
- trucs en grappen
- vaudeville acts (goochelaar en dansers)
- fantastische of feeërieke filmpjes

De eerste films aren erg kort en ze hadden nog geen montage.
Geluid- explicateur - deze man praatte de filmpjes aan elkaar, deed stemmetjes etc (hij was eigenlijk de ster van de voorstelling)
Er werden ook bijgeluiden gemaakt, en soms was er pianomuziek.

De films in die tijd werden vaak (80% van de tijd) met de hand ingekleurd. De films waren op nitraat en dat verging erg snel. De films zijn daarna overgezet op zwartwitfilm in de jaren '50, daar komt ook het houterige karakter vandaan van de films (dit is gebeurd bij het overzetten en restaureren van de films)

Georges Meliès (1861-1938) - Trucage filmpjes
1902 - a trip to the moon (hiermee werd hij bekend)
Melies gebruikte allerlei technieken (stopmotion, decors, films over elkaar heen)
Méliès werd geïmiteerd door veel tijdgenoten.

Ontwikkeling van de narratieve film - 1904-1917
Mensen wilden verhalen vertellen in de film. De overgang begint min of meer met de chase movie (achtervolgingen)- hierin zitten verbanden die duidelijk worden. Edwin S. Porter was erg belangrijk in de ontwikkeling van de verhalende film. Hij maakte 'the great train robbery' (dit is een goede overgangsfilm van cinema of attractions naar de verhalende film).

Het begin van de Hollywoodvertelwijze
- de nadruk ligt op causale verbanden (oorzaak-gevolg)
- de nadruk ligt op de personages

Continuïteitsediting - samenhang van tijd en plaats.

Geen opmerkingen: